Het is ook nog mogelijk, naar de hond van de voorkomende genera de zeediepte vast te stellen. Je kunt dus uitsluitend met haaientanden van een bepaalde laag bepalen: De ouderdom, het klimaat en de zeedieptezone. Er is zelfs nog meer mogelijk: samen met andere fossielen uit een laag kun je bepalen of de zee waarin de betreffende laag is afgezet, in verbinding stond met de oceaan of andere wateren, of deze verbindingen er in het Zuiden, Westen en Oesten of in het Noorden waren, Zo’n onderzoek kun je echter niet in één ontsluiting doen, maar moet je over een groot gebied uitzetten. Met hst voorkomen van de haai Cetorhinus kun je zelfs zien of er in de betreffende zee veel of geen plankton leefde. Cetorhinus is n.l. een plankton-eter. Dit alles zullen we in de volgende convo’s eens in practijk brengen met het Oligoceen en Mioceen.