Na vijf werkkampen in Winterswijk weten we eigenlijk nog maar weinig af van de geologie van het gebied. Vooral de stratigrafie van de diverse miocene afzettingen is dermate ingewikkeld, dat wij dit jaar (het zesde werkkamp) de zaken groot gaan aanpakken. Ook het oligoceen van De Vlijt bleek erg interessant, er werden nog regelmatig nieuwe soorten gevonden, zelfs na die vele jaren dat er al in De Vlijt wordt verzameld. Deze groeve wordt dus ook grondig aangepakt. De heer M. Cadee zal tijdens de eerste twee weken van het kamp hier regelmatig excursies leiden, waarbij op verschillende plaatsen profielen worden opgenomen en kleimonsters zullen worden verzameld. Indien mogelijk zullen de diepten t.o.v. N.A.P. ingemeten worden. In de eerste week van het kamp wordt tevens een spuitboring gemaakt van ca. 25 m. diepte, met het doel de dikte van de septarienklei en het daaronder voorkomende zand te bep len. Het onderzoek van het mioceen begint maandag 19 juli mot een spuithoring teStemerdink tot 20 m. Tezelfdertijd zal dan ook een groot aantal ondiepe handhoringon in die omgeving gemaakt moeten worden, vooral met het oog op eventuele nieuwe ontsluitingen in de toekomst.