Al bijna anderhalve eeuw is de miocene ontsluiting Stemerdinkbrug in Winterswijk-Brinkheurne bekend bij beroeps- en amateurgeologen. Gedurende vele jaren was deze vindplaats één van de excursiedoelen tijdens zomerkampen van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie. Na het afbreken van de oude brug en de bouw van een nieuwe, ongeveer 200 m stroomopwaarts, waarbij de oevers en de bodem werden bedekt met betonplaten, is het gerucht ontstaan dat de ontsluiting Stemerdinkbrug niet meer toegankelijk was. Dit heeft er mede toe geleid, dat de vindplaats bij Dingden (D.B.R.) weer in de belangstelling kwam te staan. Van het uit twee dichtbijeengelegen vindplaatsen (Stemerdinkbrug en Nieuw-Wassink) verzamelde materiaal is nauwelijks iets gepubliceerd. Bloklander (1954) gaf een soortenlijst van materiaal afkomstig van Stemerdinkbrug in de collectie Drenth. Deze lijst, die hier geheel kon worden gereviseerd, vormde samen met nieuw verzameld materiaal de aanleiding voor dit artikel. Op beide vindplaatsen is hetzelfde stratigrafïsche niveau ontsloten: Afzetting van Aalten, Laag van Stemerdink (Mioceen, Reinbekien). Biostratigrafisch wordt dit niveau aangeduid als Limopsis aurita Acme Zone. Het sediment is een donkerbruine, glimmerhoudende, iets zandige klei. Deze klei kan met veel moeite in het veld worden gewassen, maar uit de diverse collecties blijkt duidelijk, dat dit na droging beter thuis kan worden gedaan: de monsterkwaliteit is dan veel beter, waarbij kleine en dunschalige soorten niet worden weggespoeld of vermalen. Vooral in de oudere collecties werden veelal soorten aangetroffen, die niet afkomstig kunnen zijn uit de op het etiket vermelde vindplaats Stemerdink. Verontreiniging met mollusken uit afzettingen van Hemmoor ouderdom (vermoedelijk wel uit de Peelboringen) en uit de oligocene Afzetting van Brinkheurne (vrijwel zeker afkomstig uit groeve De Vlijt te Winterswijk) werd hierbij herkend. De fauna van Stemerdinkbrug en Nieuw-Wassink samen omvat 202 soorten mollusken, waarvan er hier enkele nieuw worden beschreven: Pododesmus (Monia) anitae sp. nov., Skenea schuermanni sp. nov., Rissoella (Jeffreysina) hesselinki sp. nov., Hinia (Hinia) cimbrica voorthuyseni subsp. nov., Babylonella stemerdinki sp. nov. en Daphnella defectiva sp. nov. Tevens zijn nog opmerkingen toegevoegd over de systematiek van enkele andere soorten. Karakteristieke soorten voor de Laag van Stemerdink werden afgebeeld. Vergelijking van de fauna’s van de twee onderzochte ontsluitingen leidt niet tot het aantonen van significante verschillen.

Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie

CC BY-NC-ND 2.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken")

Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie

A.C. Janse, & A.W. Janssen. (1983). The mollusc fauna of the Stemerdink Bed (Miocene, Reinbekian) from outcrops in the Slinge brook at Winterswijk-Brinkheurne (The Netherlands, province of Gelderland). Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie, 20(3), 105–140.