1964
De E3 Scheldetunnel
Publication
Publication
Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie , Volume 1 - Issue 4 p. 50- 54
De graafwerken voor de nieuwe Scheldetunnel zijn thans zover gevorderd dat er mioceen verzameld kan worden. Allereerst enkele technische gegevens, Toegansaanvragen moeten worden gericht aan: De Heer Directeur van de Intercommunale Vereniging voor de Autoweg E 3, Regionale Dienst Antwerpen Desguinlei 33, ANTWERPEN I De bouwput op de rechteroever is het gemakkelijkst bereikbaar met tramlijn 3 vanaf het Centraalstation te Antwerpen. Het eindpunt van deze tram is aan de z.g. Zuidstatie, waarvandaan het ongeveer 15 min. lopen is. Het best loopt U dan over de Scheldekade. Links krijgt U dan bij Fort Leopold II de directiegebouwtjes. Iets verder ligt de eerste bouwput, een voorlopige, waar men proeven neemt met de methode van graven en taluds maken. Bij een bezoek begin december was het volgende profiel te zien: enkele meters Scheldeaf zetting en verweerd mioceen, ong. 5 m. Anversien, zanden van Edeghem, ong. 10 cm. Anversien, Grind van Burcht, ong. 50 cm Oligoceen, septarienklei. Het grootste deel van de tunnel wordt dus diep in de septariehklei ingegraven, die ter plaatse zeker niet doorboord zal worden. Het Anversien is rijk tot zeer rijk aan mollusken en andere fossielen. Bij een eerste orientatie werden 133 soorten aangetroffen (zie soortenlijst hierna). Ongewtijfeld zullen nog vele soorten meer verzameld kunnen worden. Opvallende verschijningen zijn o.a. Isocardia lunulata Nyst, Panopaea menardi, Phacoides borealis (massaal), Chlamys lilli (massaal) en andere. Op het eerste gezicht zijn in de Zanden van Edeghem geen aparte horizons te onderscheiden.
Additional Metadata | |
---|---|
Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie | |
CC BY-NC-ND 2.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken") | |
Organisation | Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie |
A.W. Janssen. (1964). De E3 Scheldetunnel. Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie, 1(4), 50–54. |