Aanwijzingen voor het bestaan van een “skinny” of “minute stage” in de ontogenetische ontwikkeling van het miocene geslacht Vaginella (Gastropoda, Euthecosomata) in het Noordzeebekken en het Bekken van Aquitaine. In het veelal fraai geconserveerde pteropodenmateriaal van Winterswijk-Miste, dat afkomstig is uit het inwendige van grotere gastropoden (uitgeklopt sediment), werd o.a. een zeer fragiele, breed driekantige, tamelijk platte vorm aangetroffen, waarvan aanvankelijk werd aangenomen dat het om een nog niet beschreven Clio-soort ging. Nader onderzoek van dit materiaal toonde echter een grote overeenstemming aan met het oudste schelpgedeelte van de soort Vaginella austriaca Kittl, die een identieke vorm en orientatie van de embryonale schelp vertoont. Aangenomen moet worden dat de Clio-achtige schelpjes de juveniele vormen zijn van V. austriaca. Omdat echter volwassen exemplaren van deze laatste soort een schelp hebben met bijna cirkelronde dwarsdoorsnede moeten de juveniele exemplaren in de loop van hun ontwikkeling een schelpdeformatie hebben ondergaan. In de zomer van dit jaar werden in afzettingen van Burdigalien-ouderdom te Martillac (“Pas-de-Barreau”) in het Franse Aquitaine Bekken prachtig bewaarde exemplaren gevonden van de soort Vaginella depressa Daudin, ook in uitgeklopt sediment. In dit materiaal werden voor het eerst exemplaren van deze soort aangetroffen die nog in het bezit zijn van de embryonale schelp. Ook werden juveniele exemplaren gevonden die een grote gelijkenis vertonen met de jonge schelpjes van V. austriaca uit Miste: een zeer breekbare, nog flexibele, breed driehoekige vorm met elliptische dwarsdoorsnede. Om een schelpje met elliptische dwarsdoorsnede te vervormen tot bijna cirkelrond is een drukkracht nodig tussen de ventrale en dorsale schelpwand. Aangenomen wordt dat deze kracht werd uitgeoefend door zich snel ontwikkelende weke delen van het dier. Door de vervorming van de schelp ontstaan spanningen in de schelpwand, die resulteren in de aanwezigheid van kleine rimpels ter weerszijden van de basis bij volwassen exemplaren, een verschijnsel dat zowel bij V. austriaca als bij V. depressa aanwezig is. Een dergelijk mechanisme vertoont grote overeenkomst met de door Van der Spoel (1967) uitvoerig beschreven “skinny” en/of “minute stage” tijdens de ontogenetische ontwikkeling van verscheidene recente pteropodensoorten.

Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie

CC BY-NC-ND 2.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken")

Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie

A.W. Janssen. (1984). Evidence for the occurence of a “skinny” or “minute stage” in the ontogenetical development of Miocene Vaginella (Gastropoda, Euthecosomata) from the North Sea and Aquitaine basins. Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie, 21(4), 193–204.