Enkele nieuwe pteropodensoorten uit het Cainozoicum van het Noordzeebekken (Mollusca: Gastropoda, Euthecosomata). Ernstige vertraging bij de voorbereiding van een samenvattende publicatie over de systematiek en de biostratigrafïe van NW Europese pteropoden was er de oorzaak van dat een tiental namen voor nog onbeschreven soorten werd gepubliceerd in het eindrapport van I.G.C.P. project 124 (Janssen & King, in: Vinken, 1988). Omdat onvermijdelijk deze ongeldige namen nomina nuda) nu langzamerhand in gebruik komen, worden in dit artikel de betreffende soorten formeel beschreven, vooruitlopend op een definitieve systematische beschrijving van alle bekende soorten uit het Cainozoicum van het Noordzeebekken, het Mainzer Bekken en het Bekken van Parijs. De oorzaak van de vertraging is vooral de grote hoeveelheid nieuwe gegevens die door onderzoek van nieuwe en bestaande collecties beschikbaar is gekomen. De volgende nieuwe soorten worden beschreven: Limacina ingridae sp. nov., L. irisae sp. nov., L. wilhelminae sp. nov. (alle Laat Mioceen), Clio irenae sp. nov., C. pauli sp. nov. (Midden Mioceen), Limacina jessyae sp. nov., L. mariae sp. nov., ‘Creseis’ berthae sp. nov., Clio blinkae sp. nov. en C. jacobae sp. nov. (alle Midden Oligoceen). Het is niet geheel zeker, dat de soort ‘Creseis’ berthae inderdaad tot de pteropoden (Gastropoda, Euthecosomata) behoort; het zou wellicht ook een annelide kunnen zijn. De naam Limacina antoniae Janssen & King, 1988 ( nomen nudum) blijkt niet te kunnen worden gehandhaafd. Het met deze naam aangeduide midden-oligocene materiaal werd inmiddels geïdentificeerd als Limacina hospes Rolle, 1861, een soort die tot op heden uitsluitend uit het Laat Oligoceen bekend was.