Het bekende boekje “Fossiele schelpen I”, ook wel aangeduid als “de fossielenatlas” werd oorspronkelijk in zes afleveringen gepubliceerd in Basteria, het tijdschrift van de N.M.V., in de jaren 1954-1964. Na voltooiing van de gastropoden werden de afleveringen gebundeld uitgegeven, met de betiteling “tweede druk”. Het moet voor de N.M.V. reden tot grote voldoening zijn, dat ook deze tweede druk nu al weer enige tijd uitverkocht is, en dat er vraag bestaat naar meerdere exemplaren. De Malacologische heeft nu kans gezien dit boekje fotografisch te laten herdrukken, hetgeen o.m. inhoud, dat de derde druk geheel ongewijzigd is. Hierdoor staat op de titelpagina ook ten onrechte “tweede druk” vermeld, terwijl jaartal en naam van de oorspronkelijke drukker zijn weggeretoucheerd. Het boekje is ditmaal gebonden in een weliswaar geplastificeerde, maar helaas aanmerkelijk dunnere kaft, die bovendien nog naar buiten omkrult. Een iets zwaardere kwaliteit papier voor de omslag was zeker te wensen geweest. Een ander gevolg van de veranderde drukmethode is het feit, dat nu ook de platen in dezelfde zwarte inkt gedrukt zij nals de tekst. De tekst is uiteraard smetteloos overgekomen, maar op de platen valt wel een en ander aan te merken. Zo zijn door het fotografische procedé verschillende platen aanmerkelijk harder afgedrukt, dan in de oorspronkelijke uitgaven, waardoor de contrasten onaanvaardbaar groot zijn geworden. Verder is door de drukker maar weinig zorg besteed aan het drukken, want verschillende afbeeldingen tonen sporen van verontreinigde platen. Ook de toonwaarde van de verschillende platen is nogal verschillend. Met al deze opmerkingen wil niet gezegd zijn, dat deze nieuwe uitgave onbruikbaar is, verre van dat zelfs. In praktisch alle gevallen zijn de afbeeldingen nog wel zodanig, dat herkenning van de fossielen mogelijk is. Wie echter de tekeningen in de eerste uitgaven kent, zal door de nieuwe druk teleurgesteld zijn, niet in het minst vermoedelijk de tekenaar. Het blijft jammer, dat aan deze uitgave niet een iets groter geldbedrag besteed kon worden. Zoals in vele gevallen zal ook hier wel sprake zijn van een compromis tussen het wenselijke en het mogelijke. Naar mijn mening echter is door de N.M.V. hier ten aanzien van het compromis de grens van het aanvaardbare iets te laag gesteld.