Sedert de eerste publicatie van onze gegevens van de opgespoten terreinen te Zeebrugge (Nolf, 1966, p. 15-18) werd reeds heel wat materiaal toegevoegd aan de diverse collecties. Dit voornamelijk door het ijverig zoeken van J., O. en H. Rappé uit Heist. Weliswaar is de studie van deze opgespoten fossielen niet zó belangrijk, daar we nooit over exacte gegevens beschikken wat betreft plaats en diepte van de baggerwerken, doch daarentegen verstrekken ze ons toch interessante gegevens omtrent de geremanieerde tertiairresten in het Jong-Kwartair.