1966
De ontsluiting te Antwerpen – Ploegstraat
Publication
Publication
Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie , Volume 3 - Issue 1 p. 17- 18
Op donderdag 10 maart werd in de langzamerhand overbekende ontsluiting in de Ploegstraat te Antwerpen het profiel van het mioceen opgenomen. Als maaiveld (0,00 m) is de bovenkant van het ongeroerde mioceen aangehouden. Het bovenste gedeelte van het profiel werd aan de NW zijde opgenomen, het onderste deel aan de Z-zijde. Daar de lagen naar het noorden hellen, werd zodoende een profiel samengesteld dat dieper gaat dan de werkelijke diepte van de bouwput. Hot profiel is als volgt: 0,00 – 0,45 matig fijn glauconietzand, tot bruingrijs verweerd, zeer voel schelpen (voornamelijk middelgrote Glycymeris), ook veel schelpen als “doosjes”, iets zeer fijn grind. 0,45 – O,55 matig fijn glauconietzand, tot bruingrijs verweerd, weinig fijn schelpgruis en enkele grotere schelpen, iets zeer fijn grind. (Gastropoden, o.a. Natica) 0,55 – 0,85 matig fijn glauconietzand, tot bruingrijs verwoerd, zeer veel schelpen, ook als “doosjes” (voornamelijk middelgrote Glycymeris), iets zeer fijn grind. 0,85 – 1,00 matig fijn glauconietzand, tot bruingrijs verweerd, veel fijn schelpgruis en vrij veel grotore schelpen, waaronder “doosjes” van Glycymeris en Panopaea, iets zeer fijn grind, bankjes van Chlamys woodi (zeer grote exx.!), verder ook Chlamys angeloni. 1,00 – 1,05 fijn tot matig fijn, min of meer kleiachtig glauconietzand, donkergrijs tot iets bruin verweerd, enkele verspreide schelpen, waaronder Panopaea in leefhouding (kennelijk ingegraven exx. uit de bovenliggende laag!) 1,05 – 2,30 fijn tot matig fijn glauconietzand, iets kleiachtig, donkergrijs, enkele verspreide schelpen, enkele licht-grijs-bruine concreties met glauconiet, enkele fosforietschelpkernen in situ (o.a. Semicassis), veel kleine nestjes matig fijn kwartsrijk zand; naar onder toe meer schelpen en hier ook verspreide koralen. Het geheel is slecht tot zeer slecht geconserveerd. 2,30 – 2,40 fijn tot matig fijn glauconietzand, iets kleiachtig, donkergrijs tot zwartachtig, veel grote schelpen (grote Glycymeris), hier en daar fosforieten (in situ ?), enkele stukjes bot, harde glauconiethoudende concreties, kleine nestjes matig fijn kwartsrijk zand (Schelpen o.a. Pitar polytropa, Turritella en Ancilla) 2,40 – 3,50 fijn tot matig fijn glauconietzand, enkele nestjes matig fijn kwartsrijk zand, enkele verspreide haaientanden (Oxyrhina hastalis), weinig verspreide schelpen (o.a. Pecten brummeli en P. cf praebenedictus), een 10 cm dik niveau met Pycnodonta cochlear, zowel verspreid als in nesten, hier en daar een dun kleilensje, lichtgrijsgroene concreties met glauconiet, zowel in laagjes als verspreid. 3,50 – 3,55 matig fijn kleiachtig glauconietzand, veel slecht geconserveerde grotere schelpen (grote Glycymeris), hier en daar Pitar polytropa en grote Pectinidae. 3,55 – 3,60 matig fijn kleiachtig glauconietzand, weinig verspreide schelpen. 3,60 – 3,65 matig fijn kleiachtig glauconietzand, veel slecht geconserveerde grotere schelpen (grote Glycymeris) 3,65 – 3,70 matig fijn kleiachtig glauconietzand, weinig vorspreide schelpen. 3,70 – ca 6,00 matig fijn kwartsrijk glauconietzand, zwartachtig, spoortje schelpgruis, hier en daar een niveau concreties als boven, meer onderaan soms een laagje grof zand en meer verspreide concreties. 6,00 – 6,05 matig fijn kwartsrijk glauconietzand, zwartachtig, spoortje schelpgruis, met plaatselijk bruin-groene vette kleibrokjes of – lensjes. 6,05 – 6,15 matig fijn tot plaatselijk zeer grof zand met fijn grind, veel slecht geconserveerde schelpen (grote Glycymeris). 6,15 – (7,00) matig fijn kwartsrijk glauconietzand, naar onder grover wordend en met zeer fijn grind. (hieronder weer Glycymeris ?)
Additional Metadata | |
---|---|
Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie | |
CC BY-NC-ND 2.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken") | |
Organisation | Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie |
M. van den Bosch. (1966). De ontsluiting te Antwerpen – Ploegstraat. Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie, 3(1), 17–18. |