1984
Oligocene to recent Cetorhinidae (Vertebrata, Basking Sharks); problematical finds of teeth, dermal scales and gill-rakers
Publication
Publication
Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie , Volume 21 - Issue 4 p. 205- 232
Onderzocht werden tanden, schubben en kieuwaanhangsels van recente en fossiele Cetorhinidae. Hieraan bestond grote behoefte, omdat de collectie van het RGM te Leiden vele problematica bevat, die mogelijk tot deze groep kunnen behoren. Verder dan een inventarisatie met kritische kanttekeningen is het echter niet gekomen; de kennis van met name recente Cetorhinus is buitengewoon incompleet. Deze publicatie is dan ook bedoeld als discussiestuk en draagt geen nieuwe, met zekerheid te stellen oplossingen aan. Bij recente Cetorhinus blijken twee typen te bestaan, Cetorhinus sp. type 1 met individuen tot ca. 450 cm en Cetorhinus sp. type 2 met individuen tot 1000 à 1200 cm. Zowel de tanden als de kieuwaanhangsels vertonen zoveel onderlinge verschillen, die per type constant zijn, dat het bestaan van twee recente soorten vermoed kan worden. Studie van aanvullend materiaal zal dat definitief aan moeten tonen. Alleen van type 1 konden ook schubben worden bestudeerd; van type 2 zijn die niet voorhanden, zodat die vergelijking niet gemaakt kan worden. Welke van de twee typen tot Cetorhinus maximus (Gunnerus, 1765) behoort, wordt in deze publicatie niet uitgemaakt. Fossiel materiaal is bekend vanaf het jongste Tongrien/oudste Rupelien (Oligoceen) tot in de Zanden van Kattendijk (ouder Plioceen). Een type dat met zekerheid tot Cetorhinus behoort komt voor in Miocene en Pliocene afzettingen. Hiervan zijn tanden en kieuwaanhangsels in connectie aangetroffen in de Zanden van Kattendijk (Herman, 1979). Het wordt in deze publicatie aangeduid als Cetorhinus sp. type 3. De tanden hiervan zijn verwant aan type 2 en de kieuwaanhangsels nagenoeg identiek. Van het overige fossiele materiaal, uit Oligoceen en Mioceen, kunnen feitelijk alleen de kieuwaanhangsels met zekerheid als Cetorhinidae worden beschouwd. Samen met de pliocene exemplaren zijn de fossiele kieuwaanhangsels na meting volgens figuur 67a in drie of vier typen te verdelen (fig. 67b): na stratigrafische rangschikking ontstaat per type steeds een ander gemiddelde in de grafiek. In het Oligoceen zijn zo Cetorhinidae type a en type ß te onderscheiden. Een groot deel blijkt echter niet soortkarakteristiek te zijn, omdat de metingen elkaar overlappen. Cetorhinus parvus Leriche, 1908 uit het Rupelien heeft betrekking op zeker twee typen kieuwaanhangsels. De metingen toonden herhaaldelijk aan dat de plaats in de grafiek niet wordt bepaald door de grootte van de exemplaren. Er blijkt dus geen vormverandering te ontstaan naar gelang het groeistadium van de individuen. Zolang van de oudere typen Cetorhinidae nog geen tanden, schubben en kieuwaanhangsels in connectie gevonden zijn, kan van de tanden en schubben alleen worden vermoed dat zij tot de Cetorhinidae behoren. In Oligoceen en Mioceen bestaan 3 typen tanden van vermoedelijk Cetorhinidae, die nauw verwant aan elkaar zijn. Het betreft Cetorhinidae type A uit het jongste Tongrien en oudste Rupelien, Cetorhinidae type B uit het Rupelien en Cetorhinidae type C uit het Midden-Mioceen. De verwantschap van deze reeks met Cetorhinus sp. type 2 en 3 is vrij gering en met type 1 is die er helemaal niet. Voorts bestaat er in Oligoceen en Mioceen nog een vierde type, dat mogelijk tot Cetorhinidae behoort, Cetorhinidae type D. Hiervan zijn veel schubben, maar ook een tand bekend, die veel vormgelijkenis vertoont met Cetorhinus sp. type 1. Duidelijk is wel dat de recente en fossiele Cetorhinidae een veel grotere groep van soorten omvat dan alleen de beschreven Cetorhinus maximus (Gunnerus, 1765) en Cetorhinus parvus Leriche, 1908. Uitgaande van de tanden bestaan er 6, mogelijk 7 typen of soorten, waarvan de verwantschap in drie groepen (genera?) te verdelen is.
Additional Metadata | |
---|---|
Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie | |
CC BY-NC-ND 2.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken") | |
Organisation | Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie |
M. van den Bosch. (1984). Oligocene to recent Cetorhinidae (Vertebrata, Basking Sharks); problematical finds of teeth, dermal scales and gill-rakers. Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie, 21(4), 205–232. |