In deze publicatie worden zeven nieuwe soorten beschreven die afkomstig zijn van verschillende vindplaatsen en van verschillende tertiaire formaties. Bij de kabeljauwachtigen is een nieuw genus ingevoerd, namelijk Merlangiogadus. Hiertoe behoren M. cognatus en M. decorus nov. sp. De eerstgenoemde soort werd vroeger tot Merlangius gerekend, maar op grond van afwijkende eigenschappen, die beide soorten bezitten, konden deze soorten niet meer in dit genus ondergebracht worden. Daar Merlangiogadus kenmerken van verschillende kabeljauwen-genera in zich schijnt te verenigen, moet het zeer waarschijnlijk geacht worden, dat in dit genus de stamvader van vele kabeljauwachtigen gevonden zal worden. Deze genera zijn: Merlangius, Micromesistius, Melanogrammus en Trisopterus. In het Boven-Oligoceen van NW-Duitsland zijn twee nieuwe kabeljauwachtigen gevonden, namelijk Gadichthys undosus en Merlangiogadus decorus. Ook de wijting Merlangius bifurcus en de meun Gaidropsarus acuticaudatus behoren tot dezelfde familie. Samen met de schorpioenvis Scorpaena edegemensis zijn deze nieuwe soorten gevonden in de Zanden van Edegem in Antwerpen. Merlangius bifurcus is eveneens aangetroffen in het onderste deel van de Hemmoor-Stufe van NW-Duitsland en in de Zanden van Antwerpen in Antwerpen. Tripterophycis multituberosus werd gevonden in het bovenste deel van de Hemmoor-Stufe van NW-Duitsland en Macruridarum irregularis in het Boven-Mioceen van het Peelgebied. Beide soorten behoren tot families die nauw verwant zijn aan de kabeljauwen en die tegenwoordig in de diepzee leven. Met behulp van otolieten kunnen de Zanden van Edegem in België nu gecorreleerd worden met het onderste deel van de Hemmoor-Stufe (Behrendorf) in Duitsland. Beide behoren tot het onderste deel van het Midden-Mioceen.