Evolutie en stratigrafische verspreiding van oligocene en miocene Scaphopoda in het Noordzeebekken—een voorlopig rapport. Door middel van een kritische taxonomische herziening van de oligocene en miocene Scaphopoda van het Noordzeebekken werd de mogelijkheid geschapen Scaphopoda toe te passen voor een stratigrafische ouderdomsbepaling. Zowel evolutiereeksen als kenmerkende soortenassociaties kunnen nu voor stratigrafische doeleinden worden gebruikt. Van belang zijn vooral drie ontwikkelingsreeksen, nl. Fissidentalium novaki (Von Koenen) – novaki n. subsp. – polypleurum Seifert (Latdorf tot Vierland), Antalis n. sp. – geminata Goldfuss — geminata n. subsp. – n. sp. (Rupel tot Vierland) en Fissidentalium n. sp. – floratum Zimmermann (= “badense” auct.) – floratum n. subsp. (Reinbek tot Sylt). Karakteristieke soortengezelschappen zijn vooral kenmerkend voor verschillende niveau’s van Hemmoor-ouderdom. Ook in het Rupelien komen typische soortcombinaties voor, die hier echter meer tot bepaalde facies beperkt zijn. Soortenuitwisselingen met andere Tertiairbekkens hebben alleen tijdens het Hemmoor bestaan met het Burdigalien van de Aquitaine. Directe betrekkingen tot het Mioceen van het Paratethys-gebied zijn, in tegenstelling tot bestaande opvattingen, niet aantoonbaar. Het is gebleken dat alle door Seifert in 1959 gemaakte veronderstellingen ten aanzien van de evolutie der soorten in het Noordzeebekken gebaseerd zijn op onjuiste soortdeterminaties en derhalve niet houdbaar.