Over dit laatste geval schrijft de heer C.H. Busschers uit Enschede ons: ”Als bijzonderheid omtrent het roodborstje (R63.316) het volgende: In januari 1963 kwamen bij mij op de voerplaats 7 roodborstjes, die alle door mij geringd werden. Eén er van sloot ”vriendschap” met mij. Ik kon niet in de tuin komen of hij kwam onmiddellijk aanvliegen. Tot op een halve meter afstand vloog hij dan van boom tot boom met mij mee. Weldra was hij zover, dat hij op het horen van mijn stem aan kwam vliegen.