In Europa heeft bijna ieder land een eigen ringcentrale, sommige landen zelfs méér dan een. Onderzoekers, die de ringgegevens van een bepaalde soort willen bewerken, kunnen in de meeste gevallen geen afschriften krijgen van alle betrokken centrales. Ze zijn verplicht een hele rondreis door Europa te maken om al het materiaal bij elkaar te krijgen. Bovendien heeft elke ringcentrale zijn eigen soort formulieren, archiefsysteem, wijze van publiceren, materiaal waar de ring van is gemaakt, ringmaten, enz. In onze tijd van efficiency schreeuwt dit natuurlijk om normalisatie. In 1963 is er daarom een organisatie van Europese ringcentrales opgericht, EURING, genaamd. Alle officiele centrales hebben zich hierbij aangesloten. Het belangrijkste project waarvoor EURING zich heeft ingezet is het aanleggen van een verzameling van alle terugmeldingen van in Europa geringde vogels. De terugmeldingen zullen op ponskaarten worden gezet en hierdoor beter toegankelijk zijn voor wetenschappelijk onderzoek. Dit brengt o.a. met zich mee, dat er een standaard-formulier gemaakt moet worden om de terugmeldingen op te zetten. Dit formulier moet zowel dienen voor de interne administratie van de ringcentrale, als om de terugmeldingen in gestandaardiseerde vorm aan het ponskaartencentrum door te kunnen geven. Het is duidelijk dat hierdoor allerlei nationale verschillen zullen verdwijnen.