1968
De graspieper als studieobject
Publication
Publication
Op het Vinkentouw , Volume 2 - Issue 1 p. 8- 9
Vink en spreeuw zijn reeds lange tijd gewilde soorten voor de studie in de vogeltrek in Nederland. De oorzaken hiervan zijn dat (1) ze in grote aantallen doortrekken (2) ze als dagtrekkers overdag gemakkelijk waar te nemen zijn en (3) goed te vangen zijn (ringonderzoek). Wat betreft de punten (1) en (2) zijn er zeker nog meer soorten te noemen die in aanmerking zouden komen. We denken hierbij vooral aan graspieper en veldleeuwerik. Tot voor kort was het in Nederland niet gelukt deze soorten massaal te ringen. Dank zij het enthousiasme van onze Zandvoortse vinkers is nu een methode ontwikkeld om graspiepers en waarschijnlijk ook leeuweriken goed te vangen. Op de ringersbijeenkomst vertelde de heer van Spanje hoe ze met behulp van de op de band opgenomen zang van de graspieper, deze soort bij de netten konden krijgen. Hun voorbeeld vond navolging bij de Vinkenbaan in de Kennemerduinen en ook daar waren de resultaten goed (zie voorgaand artikel).
Additional Metadata | |
---|---|
Op het Vinkentouw | |
CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
Organisation | Vogeltrekstation |
A.C. Perdeck. (1968). De graspieper als studieobject. Op het Vinkentouw, 2(1), 8–9. |