Het stukje van de Heer Schut in no. 22 van het Vinkentouw (blz. 12) over het vangen van Waterhoentjes met de hand heb ik met bijzondere interesse gelezen. Een jaar of twintig geleden toen ik als jong vogelaartje aan de rand van het bos op Texel woonde heb ik ook bij herhaling een Waterhoen gevangen in de tochtsloot, die tussen het bos en het gehucht De Westen door het land slingert. Het water van die tocht was (toen) helder, en de sloot niet te breed om overheen te springen. Als ik het Waterhoen gezien had liep ik er zo snel mogelijk op af. Het dier dook dan en ik volgde het bellenspoor, dat altijd naar de andere kant van de sloot leidde, een meter of vijf, tien verder. Ik sprong vervolgens over de sloot en kon het dier, dat duidelijk zichtbaar in de kant onder water zat, zonder moeite grijpen. Misgegrepen heb ik nooit. Het lijkt mij een goede methode, maar helder water is m.i. wel een vereiste. En waar vind je dat nog?