In aansluiting op de bijdrage van G.H.J. de Kroon over het vangen van Waterrallen in ”Op het Vinketouw” (1975, nr. 25, pag. 4) kan ik nog een paar mededelingen doen over ervaringen die ik opdeed bij mijn pogingen om ralachtigen te vangen. Gewapend met geluidsbanden met daarop de roep van Waterral, Porceleinhoen, Klein Waterhoen en Kleinst Waterhoen, ben ik gedurende de maand juni 1975 er zes nachten op uit geweest om te proberen exemplaren van deze soorten te vangen. Daartoe had ik de beschikking over enkele één-vleugel fuikjes, waarvan ik de vleugel of het ”schut”, zoals de visserman hier zegt, nog kon verlengen met enkele meters net.