Op velerlei manieren worden over de vogels van Nederland gegevens bijeengebracht. De gegevens over het voorkomen en de aantallen nemen daaronder een belangrijke plaats in. Juist deze informatie kan goed worden bijeengebracht door veldornithologen en krijgt diepgang als de details via een goed werkend registratiesysteem worden geordend tot een groter geheel. Op landelijk niveau houdt een aantal organisaties zich hiermee bezig. Hiertoe behoren de Club van Zeetrekwaarnemers (CvZ), de Commissie voor de Nederlandse Avifauna (CNA), het Contactorgaan voor Vogelstudie van de KNNV (Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging), het Rijksinstituut voor Natuurbeheer (RIN), de Stichting Ornithologisch Veldonderzoek Nederland (SOVON), de Stichting Het Vogeljaar en het Vogeltrekstation. De CvZ en CNA maken deel uit van de Nederlandse Ornithologische Unie (NOU). In dit artikel zal iets worden verteld over het werk van de CNA. Het bijeenbrengen van waarnemingen (met inbegrip van ringvangsten en vondsten) is een belangrijke taak van de CNA. De gegevens worden eerst verzameld op waarnemingskaarten en later overgezet op ponskaarten voor mechanische verwerking (Tekke 1967). De ponskaarten vormen de basis voor de jaarlijks in Limosa (tijdschrift van de NOU) verschijnende rubriek ”Ornithologie van Nederland” en voor de ”Avifauna van Nederland” waarvan de eerste druk in 1962 en de tweede in 1970 is verschenen. Hiernaast heeft de CNA nog andere taken zoals het vastellen van de systematische plaats en de wetenschappelijke naam van de in Nederland waargenomen soorten en ondersoorten, het geven van Nederlandse soortnamen, het bijhouden van de lijst van de in Nederland waargenomen soorten en ondersoorten waarbij ook hun avifaunistische status (zomervogel, doortrekker, dwaalgast enz.) en een schatting van hun aantallen worden vastgelegd, en het beoordelen van waarnemingen van zeldzame en schaarse soorten en ondersoorten in Nederland.