De ringersdag 1988 werd geopend door Piet Drent. Hij benadrukte het belang van samenwerking tussen ringers onderling en tussen de ringers en de Ringcentrale voor het ringonderzoek in het algemeen. De Ringcentrale moet beschouwd worden als expertisecentrum waar gegevens en kennis samenkomen die vervolgens beschikbaar moeten komen voor onderzoek, beleid en beheer. Meer informatie over de wijze van verzamelen van die gegevens is hierbij noodzakelijk evenals het automatisch verwerken ervan. Drent ziet als zijn taak: aan de ene kant zorgdragen voor het goed funktioneren van de Ringcentrale en de opgeslagen informatie zo gebruiksklaar mogelijk hebben voor gebruikers en aan de andere kant zorgdragen voor het goed funktioneren van allen die de gegevens verzamelen. Daarnaast moet volgens hem de relatie tussen de Ringcentrale en de ringers verbeterd worden. Vanuit de Ringcentrale zal daarom meer kontakt gezocht worden met de ringers d.m.v. informatieverstrekking, bezoeken e.d. Het zelf iets doen met de gegevens zal gestimuleerd worden terwijl daarbij waar nodig voor wetenschappelijke begeleiding zal worden gezorgd. Hij deed een beroep op de ringers om van hun kant het kontakt met de Ringcentrale niet uit de weg te gaan.