Alhoewel de kosten van de ringen slechts een fractie bedragen van de totale kosten die de ringers zich moeten getroosten om hun handwerk te kunnen uitoefenen, heeft het idee van de heer Nieboer, gepubliceerd in OHV sept. 1989, om de kosten van de ringen aan de gebruiker van terugmeldingen in rekening te brengen, ook ons aan het rekenen gezet. In genoemd stuk wordt uitgegaan van twee voorbeelden nl. de ”Bonte Flierefluiter” en de ”Kokhals” met terugmeldingspercentages van resp. 5.0 en 3.3%. Zonder een eigen aandeel in het ringwerk zouden deze onderzoekers resp. f. 150,-- en f. 3500.-- moeten betalen voor de terugmeldingsgegevens.