Uit onderzoek van Piet Drent en Piet de Goede van het Instituut voor Oecologsich Onderzoek bleek onlangs dat steeds meer holenbroeders op de arme zandgronden er niet meer in slagen eieren te leggen met een goede schaal. Veel eieren hebben een dunne en poreuze schaal en drogen uit. Een voorbeeld is boswachterij de Buunderkamp bij Ede. Het percentage Koolmezen dat slechte eieren produceerde nam hier tussen 1983 en 1988 toe van 10 tot 50%. Pimpelmees, Zwarte Mees, Grote Bonte Specht en Boomklever leggen eveneens steeds vaker slechte eieren. Ook worden de legsels kleiner en worden ze vaker in de steek gelaten. In bosgebieden op rijke grond doen deze problemen zich niet voor. De oorzaak is waarschijnlijk kalkgebrek, ten gevolge van zure regen. In 1989 is een onderzoek van start gegaan dat zich richt op de volgende vragen: (1) is kalkgebrek als gevolg van zure regen werkelijk de (enige) oorzaak; (2) hoe algemeen is het verschijnsel; (3) wat zijn de effecten op de populatie en (4) wat is er aan te doen?

Op het Vinkentouw

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Vogeltrekstation

Jaap Graveland. (1990). Onderzoek naar relatie tussen zure regen, eischaalkwaliteit en voortplantingssucces bij holenbroeders: medewerking gevraagd van ringers. Op het Vinkentouw, 58(1), 5–7.