Op 30 augustus ’90 ving ik een Tjiftjaf – lkj. Nu is het mijn vaste gewoonte om zowel bij de Fitis als de Tjiftjaf, los van de poot-kleur, voor de vaststelling van de juiste soort even te kijken naar het aantal slagpennen met een versmalde buitenvlag. Zo ook bij dit exemplaar, dat er duidelijk als een Tjiftjaf uitzag: klein van stuk, vleugel 54 mm, staart 41 mm, gewicht 7,5 gr., donkere poten en wat minder fris groengeel dan een Fitis. Tot mijn verbazing hadden van de rechter vleugel alleen de 3e, 4e en 5e slagpen een versmalde buitenvlag en de 6e niet, ook niet enigszins twijfelachtig. Het moest dus een Fitis zijn.