Naast de deelnemers aan het Nederlandse ”Botswana Swallow Project” was afgelopen winter nog een drietal zwaluw-onderzoekers in Afrika aktief: de Engelsman John Ash en de Duitsers Gerhard Nikolaus en Karl Loske. In een oerwoudgebied in Oost-Nigeria werd in 1988 een zwaluwslaapplaats ontdekt op de top van een met metershoog olifantsgras begroeide heuvel. In januari/februari 1995 hebben genoemde personen onderzoek gedaan op deze slaapplaats. De lokale bevolking bleek de slaapplaats ook te kennen. Ze gebruiken de overvloed aan vogels (zoals al het andere eetbare) als voedsel. Op maanloze nachten gaan ze met een soort lijmstok-harken naar de heuvels om de zwaluwen te oogsten. Omdat er geen koel- of vrieskasten zijn, worden de zwaluwen (met gebroken vleugels) levend bewaard tot ze geconsumeerd worden. Naar schatting van Nikolaus kost dit jaarlijks meer dan 200.000 (!) zwaluwen het leven. (Men zint nu op mogelijkheden om via beschermingsorganisaties een alternatieve voedselbron aan de bevolking aan te bieden en zo de zwaluwen te sparen.) Op deze slaapplaats werden vier geringde zwaluwen gevangen, waaronder een door Loske in Duitsland als nestjong geringd exemplaar. Verrassend was dat de bevolking ook tientallen ringetjes had verzameld die ze welwillend, vaak met nauwkeurige vangstgegevens, afstonden aan de expeditieleden. Het waren maar liefst 55 ringen, afkomstig van de volgende ringstations/-centrales: BRUXELLES 12, PARIS 10, BOLOGNA 6, LJUBLJANA 4 (SLOVENIË), ZAGREB 1 (KROATIË), BELGRADO 1 (SERVIË), (VOORM. JOEGOSLAVIË 6), LONDON 5, ARNHEM 4, HELGOLAND 4, SAN SEBASTIAN 1, MADRID 2 (SPANJE 3), LISSABON 2, PRAHA 1, SEMPACH 1 (ZWITSERLAND), PRETORIA 1