De dikte van de tarsus (maat X, zie tekening onder) van buizerds die wij in Flevoland in de winter vangen, bedraagt gemiddeld 9,15 mm. (N=132, SD=0,767 spreiding 7,0-11,1 mm). De 11 mm ring is voor vrijwel alle buizerds de geschikte maat. Een zeer klein deel van de vogels heeft echter voor deze maat te dikke tarsi. Op 27 december 1995 vingen we een vogel met tarsi van 10,7 mm, op 22 november 1996 zelfs een vogel met een tarsusdikte van 11,1 mm. Beide vogels werden met 13 mm ringen gemerkt. Al eerder (op 10 juni 1993) vonden we een dode buizerd met eveneens tarsusdikte 11,1 mm. De dikte wordt gemeten op ongeveer de helft van het loopbeen, vlak boven de tenen is de tarsus nog veel dikker. Op 26 november 1996 werd bij drie buizerds een ""boven-tenen-dikte"" (maat Y op de tekening) van 15 tot 16,1 mm gemeten, corresponderende X-maten: 9,4 10,1 en 9,6 mm. Bij een buizerd die op 22 november 1996 werd gevangen met een tarsusdikte van 9,9 mm moest de ring ovaal worden geknepen teneinde goed te passen. Wij hebben tot op heden geen duidelijkheid in hoeverre de tarsusdikte bij jonge buizerds na de nesttijd verandert. Bovenvermelde zomervondst van een adulte buizerd met dikke tarsi wijst uit dat een dikkere tarsus niet alleen toegeschreven kan worden aan een andere (noordelijk/oostelijk) geografische herkomst van de betreffende dieren. Het is ons ook niet bekend of pootdikte gecorreleerd is met het geslacht van de vogel.