Op 13 juni 1998 trof ik in een kast voor Kerkuilen twee broedsels aan van een Torenvalk. Het ene broedsel bestond uit drie koude eieren die in het linker kastvak lagen, nader onderzoek wees uit dat er in de eieren zeer grote, vers dode, Torenvalk-embryo’s zaten, die op het punt stonden om uit te komen. Het tweede broedsel in het rechter kastvak bestond uit vijf pulli van ongeveer twee en een halve week oud. Tijdens het ringen van de pulli zag ik drie adulte Torenvalken, die met prooien en alarmerend heen en weer voor het vlieggat vlogen en even later de kast ingingen. Na het terugzetten van de pulli waren twee van de drie volwassen vogels makkelijk te vangen. Tijdens het ‘verwerken’ van de twee vogels probeerde de derde, een mooie uitgekleurde, met prooi de kast in te vliegen. Hij zat enkele keren vlak voor het vlieggat, maar durfde niet naar binnen. Uiteindelijk ging hij op het dakpunt van de schuur zitten, precies boven de ingang van de kast. Locatie: Zeewolde, Wulpweg, Amersfoort-coördinaat: 152-486. Ringnr. 3.531.281, nieuw geringd, 2ekj, vleugel: 270 cm, gew.: 232 gram. Ringnr. 3.51 1.556, terugvangst, vleugel: 259 cm, gew.: 252 gram; geringd door mijzelf op 13 februari 1997, > 2ekj, Lelystad, Trekweg, Amersfoort coördinaat 153-491.