Twee topjaren en een daljaar voor de Kerkuil

Reeds meer dan 10 jaar lukt het enkele leden van de Kerkuilwerkgroep Achterhoek en Liemers in het zuidelijk en westelijk deel van de Liemers jaarlijks 136 gebouwen te bezoeken om daar aanwezige nestkasten voor kerkuilen te controleren. De rest van de Liemers wordt uiteraard door anderen gecontroleerd. In een aantal gebouwen hangt zelfs meer dan één nestkast. Ondergetekenden nemen deel aan dit beschermingswerk en ringen tevens alle jonge Kerkuilen. De meeste kasten hangen in schuren en veldschuren en een enkele in een kerk. Zoals bekend vormt de Veldmuis (met de Bosspitsmuis) de belangrijkste prooidiersoort voor de Kerkuil. Als regel vertoont de veldmuizenstand een 3 tot 4-jarige cyclus, waarop de Kerkuil sterk reageert. In een jaar met veel Veldmuizen, een z.g. topjaar, plegen de Kerkuilen meer en vroeger te gaan broeden. Terwijl de legsels groter zijn dan in een veldmuisarm jaar, een z.g. daljaar.