Het is 8 oktober 1999, ’n vrijdag. Na ’n drukke week zet ik ’s ochtends bij de Groningse waddenkust in alle rust 5 mistnetten op in een voormalige eendenkooi, 3 van 15m en 2 van 9m. De wind beweegt de bomen en er valt al blad, maar de eerste koperwieken en goudhanen ontgaan me niet. Het zal mij benieuwen wat het vandaag weer oplevert! En inderdaad, zo tegen sluitingstijd, ben ik zeer tevreden. Het gebeurt toch niet vaak dat je een Havikvrouw vangt, zeker niet een geringde! Maar tegelijkertijd ben ik hoogst verbaasd en lichtelijk verbolgen. Aktie-foto’s had ik gewild, dia’s, of nog liever: ’n camera voor reality-TV. Dit alleen maar om mij duidelijk te maken HOE het in hemelsnaam mogelijk is dat ik ring 7.063.191 in handen heb zonder dat ik de Havik-vrouw die erbij hoort, heb gemeten, gewogen, laat staan: heb aangeraakt!