In de Meppeler Courant van 1 februari 2002 staat een verhaal over gemerkte meeuwen. Rein Schut geeft in het verhaal een overzicht van bijzondere (en bizarre) terugmeldingen van kapmeeuwen, stormmeeuwen, zilvermeeuwen en schetst kort het aflezen van ringen en het vangen en aflezen op o.a. vuilstorten. Het zal voor veel lezers van de Meppeler Courant een verassing zijn om te lezen wat voor omzwervingen meeuwen kunnen maken en hoe oud ze kunnen worden. Spijtig is het dat in dit verhaal niet een paar regels zijn ingeruimd om de rol van het Vogeltrekstation bij dit ringwerk te vermelden en om wat aanwijzingen te geven voor mensen die een vogel met een ring vinden. Een sfeervol en spannend verslag van het vangen van bokjes verscheen in het blad “Buiten” van oktober 2001. Naast een mooie sfeertekening van de Noord Hollandse polders en rietvelden in het najaar wordt beschreven waar de broedgebieden van het Bokje zijn, wat op de trek de terreinvoorkeur is en hoe snippen met hun gevoelige snavel voedsel bemachtigen. De beschrijving van het vangen van een bokje met een sleepnet (door Ton Pieters) is heel spannend. De wetenschappelijke kant van het ringwerk komt aan de orde met een uitleg over het onderscheiden van overjarige en 1e jaars bokjes en het meten en wegen. Tussen de regels door blijkt dat de doortrekkende bokjes ook plaatstrouw zijn, maar concrete gegevens hierover waren kennelijk journalistiek gezien niet interessant.