Op 25 september 2001 begon ik om 7.20 uur in het Waterwingebied “Oranjezon”, Vrouwenpolder met het opzetten van mistnetten. Normaal staan de netten ruim voor zonsopgang vangklaar, maar i.v.m. de vrij dichte mist was dat deze morgen niet het geval. De omstandigheden om vogels te vangen waren dus niet bepaald ideaal. De netten werden echter toch geplaatst in de hoop, dat de mist snel zou verdwijnen. Het pakte echter anders uit, want pas omstreeks 11.30 uur begon de mist langzaam op te trekken en kwamen er wat vogels in actie. Vrijwel direct daarna zag ik bij controle van de netten in één ervan twee vogels hangen. Op korte afstand van het net aangekomen, dacht ik dat het een Zanglijster en een Koperwiek waren. Bij laatstgenoemde vogel viel mij direct een heel duidelijke witte wenkbrauwstreep op, ver vóór en achter het oog doorlopend. Ik vond dit voor een Koperwiek dermate opvallend, dat het voor mij aanleiding was om de vogel bij het uit het net halen alvast maar eens goed te bekijken. Hierbij vielen al direct meerdere, van Koperwiek afwijkende, kenmerken op. Een oranjebruine borst en beige-oranje flanken, een witte ongestreepte/ ongevlekte buik, lichtbruingrijze oksels en de kleur van de poten duidden erop, dat ik een andere lijsterachtige dan een Koperwiek had gevangen. Het drong gelijk tot me door, dat ik hier wel eens met een zeldzame dwaalgast te doen zou kunnen hebben. Raadpleging van de “groene” Svensson even later bracht direct de oplossing: een Vale Lijster Turdus obscurus. Veel tijd om nu de vogel op het gemak te bekijken was er niet, want er was heel wat werk aan de winkel. Voor het Vogeltrekstation en de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna moest het nodige documentatiemateriaal worden verzameld, zoals biometrische gegevens, een uitgebreide beschrijving van het verenkleed en foto’s. Na de overige gevangen vogels te hebben geringd en losgelaten kon ik alle aandacht aan de Vale Lijster gaan besteden. Ter plaatse (binnen) maakte ik een beschrijving van het verenkleed en nam enige biometrische gegevens op. Daarna zocht ik een geschikte plek om dia’s van de vogel te maken. Op hoop van zegen maakte ik met de Vale Lijster in de ene hand en mijn fotocamera in de andere een aantal dia’s, die later bleken nog niet eens zo slecht te zijn. Na de vogel nog eens goed te hebben bekeken, je ziet deze soort per slot van rekening niet elke dag, gaf ik hem/ haar, nu met ring, weer de vrijheid.