Volgens een voorwaarde in een individuele ringvergunning kan het de ringer zijn toegestaan een genoemd aantal (levende) lokvogels te gebruiken. Met deze lokvogels wordt bedoeld: vogels die uit de natuur afkomstig zijn en die niet zijn voorzien van een gesloten pootring of iets dergelijks. Het is de ringer dan toegestaan deze lokvogels thuis, tijdens het vervoer en in het veld bij de vanginstallatie, onder zich te hebben. In de Flora en faunawet is het iedereen toegestaan om een ongelimiteerd aantal gekweekte vogels – voorzien van een voor de soort voorgeschreven passende naadloos gesloten pootring – te bezitten. Deze vogels zouden dus ook als lokvogels gebruikt kunnen worden.