Sinds 1995 wordt door enthousiaste ringers in heel Nederland meegewerkt aan het Constant Effort Sites (CES) project. Dit is een gezamenlijk project van de Nederlandse Ringcentrale, het Nederlands Instituut voor Oecologisch Onderzoek en SOVON en wordt uitgevoerd in samenwerking met de Ringersvereniging. Afgelopen seizoen (2004) was dus het tiende jaar in successie, wanneer we het proefjaar 1994 buiten beschouwing laten. In totaal wordt nu op 40 plekken volgens de CES-criteria gevangen. Het doel van het CES-project is om te komen tot een zo gestandaardiseerd mogelijke dataset. Deze standaardisatie is nodig om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over aantalsontwikkeling, reproductie, overleving en conditie van de betrokken vogelsoorten; voorts lenen de gegevens zich voor het vastleggen van fenologische processen (aankomst in het voorjaar, timing van broeden). De CES-gegevens vormen hiermee een goede aanvulling op die welke door SOVON worden verzameld omtrent de aantalsontwikkeling van algemene broedvogels (Broedvogel Monitoring Project, BMP) en het nestsucces van broedvogels (Nestkaartenproject) (figuur 1). Enkele aspecten van het CESonderzoek komen hieronder aan de orde.