In bovenpleistocene rivierafzettingen worden op diverse plaatsen in Nederland regelmatig resten van ’IJstijdzoogdieren’ gevonden. Een aanzienlijk deel van de gevonden resten blijkt in veel gevallen afkomstig te zijn van grote runderen. Gedurende het late Pleistoceen hebben, al dan niet tegelijkertijd, twee rundersoorten ons land bewoond. Dit waren de oeros (Bos primigenius) en de steppewisent (Bison priscus). Deze wetenschap berust voornamelijk op vondsten van goed determineerbare schedels van beide rundersoorten (fig. 1).