De schrijfster stelt de problemen over de onduidelijkheid en de verwarring in de systematiek van twee groepen olifanten uit het Laat Plioceen en het Pleistoceen van Eurazië aan de kaak. De twee groepen zijn: Ten eerste die van de Zuidelijke Olifant (waaraan wij de naam Mammuthus meridionalis geven), de Steppenolifant en de Wolharige Mammoet, Mammuthus primigenius, die zich aanpasten aan open biotopen, en de lijn Palaeoloxodon (met o.a. de soort die wij Elephas antiquus, c.q. E. namadicus noemen), de aan het bosbiotoop aangepaste olifanten. De olifanten van het open biotoop zijn vertegenwoordigd door twee genera, t.w. Archidiskodon POHLIG en Mammuthus BURNETT. Sommige paleontologen zijn ertoe overgegaan, Archidiskodon te verbinden met Mammuthus tot één enkel genus: Mammuthus (o.a. Aguirre en Maglio).