Er is tegenwoordig nogal wat discussie over het ontstaan van Homo sapiens, de moderne mens. STRINGER en ANDREWS van het British Museum zetten de beide modellen die op dit moment in omloop zijn eens tegenover elkaar. Daarbij keken ze niet alleen naar de paleontologische data, maar ook naar wat de genetica op dit punt in te brengen heeft. Het ene model, dat van de ’regional continuity’, gaat ervan uit dat de moderne mens zich wereldwijd ontwikkelde uit Homo erectus. De variatie, die recente menselijke populaties vertonen, zijn een gevolg van die ontwikkeling, die op zoveel plaatsen plaatsvond. Wereldwijd ging H. erectus langzaam over in H. sapiens, maar locale ontwikkelingen leidden tot verschillende populaties. Sommige regionale kenmerken van de mens bestonden volgens dit model al voordat H. sapiens bestond en zijn afkomstig van de locale H. erectus-populatie. ’Gene flow’ (zeg maar, het zich verspreiden van genen over de totale populatie) voorkwam dat er verschillende soorten ontstonden. Het tweede model is wel de ’Ark van Noach’ genoemd: er was vrij kort geleden een voorouderpopulatie van H. sapiens, in een geografisch beperkt gebied en met de basiskenmerken die gedeeld worden door alle moderne mensen. Deze populatie wordt gezocht in Afrika.