De afstamming van de zeeroofdieren (Pinnipedia) blijft voor debat zorgen. De grote vraag is, of we met een monophyletische of met een diphyletische groep te maken hebben (respectievelijk een of twee voorouder-groepen). Het feit, dat alle zeezoogdieren in een enkele systematische groep zijn ondergebracht, weerspiegelt de oorspronkelijke opvatting van een enkelvoudige afstamming. De laatste jaren is echter de opvatting ontstaan dat de Phocidae (zeehonden) aan de ene kant en de Otariidae (zeeleeuwen) en Odobenidae (walrussen) aan de andere kant onafhankelijk van elkaar ontstaan zijn uit verschillende roofdiergroepen. Overeenkomsten in de anatomie worden dan als convergentie beschouwd. Alle wegen leiden naar Rome. Alle aquatische aanpassingen leiden tot flippers en vinnen. Er zijn verschillende aanwijzingen die voor de diphyletische opvatting pleiten. Ten eerste zijn er paleontologische aanwijzingen, dat de Phocidae van de Musteliden afstammen en de Otarioidea van de Ursidae. Algemeen wordt de mustelide Potamotherium als voorouder van de Phocidae gezien. Ten tweede ziet men dan de Phocidae als een oorspronkelijk atlantische groep en de Otarioidea als een pacifische groep. De laatste tijd wint echter de monophyletische opvatting weer veld. Sommige onderzoekers menen dat er geen overtuigende aanwijzingen zijn voor een nauwe relatie tussen de Mustelidae en de Phociden (REPENNING et al., 1979). Bovendien zijn er biochemische aanwijzingen dat de beide groepen nauw aan elkaar verwant zijn. Tenslotte zijn de Otarioidea (Otariidae, Odobenidae en twee uitgestorven families) zelf mogelijk niet monophyletisch. De biografische gegevens passen in principe ook in een monophyletisch model.