In 1989 ontving ik een in dat jaar bij Speyer (Duitsland) uit de Rijn opgebaggerde geweistang van een hert (fig. 1). Het opvallendste is de zeer hoog aangezette oogtak. De ijstak is afgebroken, de stang eindigt in een gaffel, die een hoek van ca. 45 graden maakt met het mediale vlak. Uit het feit dat er een ijstak geweest is, valt op te maken dat het om een edelhert gaat. Ter verduidelijking: in fig. 2 een schema van een achtender recent edelhert; in fig. 3 een schema van een uitgegroeid edelhert. In fig. 4 een schema van een wapitistang. De maten van de geweistang en het nog aanwezige voorhoofdsbeen zijn als volgt: Totale lengte geweitak langs de curve 585 mm Lengte rozestok ca. 40 mm Omtrek rozestok 101 mm Omtrek roos 127 mm Omtrek stang boven ijstak 80 mm Breedte voorheefdsbeen (half voorhoofd) 57 mm Afstand midden van oogtak tot roos 52 mm Lengte oogtak 80 mm Grondvlak oogtak 19 x 22 mm Grondvlak afgebroken ijstak 22 x 28 mm Doorsnede stang, 10 cm onder gaffel 35 x 25 mm Doorsnede stang, 5 cm onder gaffel 35 x 24 mm