De recente luiaards hebben een zekere faam, die in hun naam tot uitdrukking komt. De luiaards horen bij de orde van de Edentata, samen met gordeldieren en miereneters. De orde is beperkt tot Zuid-Amerika. De huidige vijf soorten luiaards, verdeeld over de genera Choeloepus en Bradypus, zijn ruim een halve meter grote boombewoners. Ze hebben merkwaardig gekormde klauwen en haar dat ”de verkeerde kant” opgroeit, beide aanpassingen aan een hangend bestaan. In al hun bewegingen zijn ze uitzonderlijk traag, zelfs als ze in gevaar zijn. Dit mag op ons een lachwekkende indruk maken, toch zijn de dieren uitstekend aan hun levenswijze aangepast.