De opeenvolging van Plio/Pleistocene zoogdierfauna’s in Thüringen (Midden Duitsland) De omgeving van Thüringen is buitengewoon rijk aan fossielen van zoogdieren uit de jongste periode van de aardgeschiedenis. In 1695 – nu precies driehonderd jaar geleden – ontdekte W.E. TENTZEL in Burgtonna het skelet van een bosolifant. Ter gelegenheid van dit feit wordt een overzicht gegeven van de thans bekende opeenvolging van de belangrijkste Plio-/Pleistocene zoogdierfauna’s van Thüringen. In het Thüringer Bekken, met name ten zuiden van het Thüringer Wald, zijn faunaresten gevonden in Boven Pliocene afzettingen. In de vindplaats Untermaßfeld zijn veel skeletten uit een warme periode uit het Onder Pleistoceen gevondener vinden nog steeds opgravingen plaats. Typische warmte-minnende fauna-elementen uit het Cromerien zijn aangetroffen bij opgravingen te Voigtstedt. De fauna’s van Süßenborn wijzen, samen met vondsten van enkele andere vindplaatsen, op koelere omstandigheden, die typerend zijn voor het ’preglaciale’ vroeg Midden Pleistoceen. Fossielvondsten uit Bad Frankenhausen duiden voor het eerst op het verschijnen van meer moderne, koude-minnende zoogdierassociaties, die behoren tot het Midden-Pleistocene Mammuthus-Coelodonta fauna complex. Zoogdierresten uit vermoedelijk het interglaciale Holstein-complex zijn bekend uit Orlishausen en uit de hominiden-vindplaats Bilzingsleben. Een schedelrest van een steenbok, gevonden in Camburg, maakt deel uit van de laat Midden-Pleistocene ijstijdfauna (Saalien), die slechts sporadisch wordt aangetroffen. De stratigrafische indeling van de in ecologisch opzicht volstrekt onsamenhangende fauna’s uit de Pleistocene lagen van Weimar-Ehringsdorf blijft nog steeds omstreden. Mogelijk zijn tenminste delen van het profiel te plaatsen in het intra-Saalien en/of in periodes van het laatste interglaciaal. De fauna’s uit de travertijn-voorkomens van Taubach, Weimar (Stadsgebied) en Burgtonna I dateren met zekerheid uit het Eemien. De overgang van het Laat Eemien naar het Weichselien wordt geïllustreerd door een in de vindplaatsen Burgtonna III en Burgtonna II aangetroffen fauna-opeenvolging. Grindterrassen van verschillende riviersystemen en 1 össafzettingenbeide afgezet in het Weichselien- bevatten veelvuldig resten van het Boven-Pleistocene Mammuthus-Coelodonta faunacomplex. Cultuurlagen in talrijke grotten en abri’s in de zuidrand van het Thüringer Bekken en in het Kyffhäuser Massief, hebben resten van dieren uit (hoofdzakelijk) het Laat Weichselien opgeleverd.