Sterkfontein is één van de bekendste Zuidafrikaanse vindplaatsen voor fossiele mensachtigen. Tot dusver waren het vooral de bovenste twee lagen (member 4 en member 5) die resten van Australopithecus hadden opgeleverd. Dit jaar publiceerden Clarke en Tobias een bijzondere vondst uit Sterkfontein, die ouder zou zijn dan de hominiden die tot dusver in deze vindplaats waren gevonden. Ofschoon het botten gevonden waren op een storthoop, leidt het volgens de twee paleantropologen geen twijfel, dat ze afkomstig zijn uit member 2, een fossielrijke laag die in ieder geval ouder is dan 3 miljoen jaar, en mogelijk zelfs op 3,5 miljoen gedateerd moet worden. Daarmee zijn deze fossielen de oudste mensachtigen uit Zuid-Afrika. Maar dat is niet het enige bijzondere aan deze vondst. Het gaat namelijk om vier gearticuleerde botten (talus, naviculare, mediale cuneiform en eerste metatarsale) van een linkervoet, die het nummer Stw 573 meekreeg. De soort mensachtige waar deze voet toe behoort heeft, is niet precies vast te stellen. Mogelijk was het een vroege Australopithecus africanus. De achtervoet geeft aan dat de eigenaar op twee benen kon lopen. Dit is op zich niet verwonderlijk. Uit andere vondsten, zoals de beroemde voetafdrukken van Laetoli, weten we dat de mens al vrij vroeg in zijn evolutie rechtop is gaan lopen. De wetenschappelijke discussie van de laatste jaren richtte zich echter vooral op de vraag, in hoeverre de eerste mensachtigen ook nog uit de voeten konden in bomen. Stw 573 lijkt een stukje van deze puzzel te helpen oplossen. Terwijl de achtervoet een bipedale gang aangeeft, lijkt de voorvoet nog uitermate geschikt om te klimmen. Clarke en Tobias leiden dit af aan de stand van de grote teen. Aan de hand van de eerste metatarsale is te zien, dat deze uitsteekt ten opzichte van de andere tenen. Bovendien geven de gewrichtsvlakken aan dat de grote teen nog vrij beweeglijk moet zijn geweest. De eigenaar van Stw 573 kon zich dus zowel op de grond als in de bomen goed redden.