Een aantal van jullie hebben al goed kennis kunnen maken met de vindplaats De Groote Wielen bij Den Bosch, doordat de juni bijeenkomst van 2009 geheel in het teken van deze site stond. Tijdens deze bijeenkomst was ook het boek tegen een aantrekkelijke korting te koop. Voor wie het boek nog niet kent of voor wie nog niet zeker weet of het boek de moeite waard is, volgt hieronder een korte bespreking. De Groote Wielen is een nieuwe woonwijk in Den Bosch op steenworp afstand van Rosmalen. In totaal zullen hier 6.500 nieuwe woningen worden gerealiseerd. Om deze woningen – en de gehele infrastructuur van de wijk – te kunnen bouwen is zand nodig, veel zand. Nu heeft Den Bosch het voordeel dat het vlak langs de Maas ligt en deze rivier heeft in haar lange verleden al heel wat zand afgezet. Op korte afstand van de bouwlocatie was dus een goede zandwinput aanwezig. Boskalis ging daar aan de slag om het benodigde zand op te zuigen. Dit deden ze met een zogenoemde snijkopzuiger. Dit is een zandzuiger die heel gedetailleerd verschillende zandlagen kan afzuigen. De Maas heeft in het verleden veel zand afgezet, maar heeft dit niet in een grote laag gedaan. Doordat de stroomsnelheden door de loop van de tijd veranderden, zijn nu eens lagen grof zand afgezet en dan weer lagen van een veel fijner zand. In de bouw van de nieuwe woonwijk waren deze verschillende zanden nodig voor verschillende doeleinden. De verschillende zanden moesten dus per laag opgezogen worden. En juist dit maakt de vindplaats zo interessant voor paleontologen. Dat er Pleistocene zoogdierresten met het zand naar boven zouden komen viel te verwachten. We vinden ze immers ook bij andere zand- en grindzuigputten en langs de rivieren. Maar wat er nu zo wezenlijk anders is aan De Groote Wielen, is dat nu de mogelijkheid er was om de botten per laag te verzamelen. Het was dus mogelijk een stratigrafie te ontdekken en de faunaresten in een context te plaatsen. Dit hebben Anton Verhagen en Dick Mol al vroeg ingezien en door de zeer goede samenwerking met Boskalis werden zij in staat gesteld dagelijks de botten – en andere resten zoals hout en veenbrokken – te verzamelen. De samenwerking was zelfs zo goed dat wanneer het erop leek dat meerdere botten van een en hetzelfde skelet naar boven kwamen, het werk tijdelijk werd stilgelegd en een duikteam de kans kreeg om de vondsten te bergen.