Korte mededelingen

Phyllitis scolopendrium (L.) Newm. weer op Yoorne. Nadat alle oude groeiplaatsen verdwenen waren, hetzij door natuurlijke successie, hetzij door droge zomers of door padverbreding, vond de botanisch analyst D. van der Laan, werkzaam aan het Biol. Station te Oostvoorne tegen de noordmuur van zijn huis in de gemeente Rockanje een klein ex., dat zich in de loop van 1961 goed ontwikkelde en de winter 1961-’62 goed doorkwam. Hij verzocht de eigenaresse de slechte muur bij het plantje niet te repareren, wat deze toezegde. Rockanje. C. Sipkes Crambe maritima L. Op 5 september 1960 vond ik op het strand bij Westenschouwen tegen de duinvoet een niet bloeiende plant, die ik voor bovengenoemde soort gehouden heb, omdat ze er net uitzag als de zeekool, die ik vroeger aan de kust van Zuid-Engeland en Bretagne aantrof. In de hoop, dat de plant de winter zou overleven en het volgende jaar in bloei zou komen, heb ik hem laten staan. Helaas heb ik hem later niet meer teruggevonden, doordat het duin daar in het najaar afgeslagen was. Serooskerke (Schouwen). Jac. Viergever