C.G. Hanson & J.L. Mason, 1985. Bird seed aliens in Britain, Watsonia 15:237-252. Een goed gedocumenteerde en geannoteerde lijst van in totaal 438 soorten die als vogelvoer of als verontreiniging daarvan in Engeland worden ingevoerd. Het is aannemelijk dat de resultaten van hun bevindingen ook van toepassing zijn op Nederland. Hoofdbestanddelen van vogelvoer blijken te bestaan uit de volgende soorten: Arachis hypogaea L. (pinda), Avena sativa (haver), Brassica rapa (raapzaad), Camelina sativa (huttentut), Cannabis sativa (hennep), Capsicum annuum L. (Spaanse peper), Carthamus tinctorius (saffloer), Carum carvi (karwij), Cicer arietinum (keker), Cichorium intybus (cichorei), Cuntinum cyminum L. (komijn), Dipsacus sativus (L.) Honckeny (weverskaarde), Echinochloa utilis Ohwi & Yabano ( E. frumentacea auct.; een hanepoot), Fagopyrum esculentum (boekweit), Guizotia abyssinica (gingellikruid), Helianthus annuus (zonnebloem), Hordeum distichon (tweerijige gerst), Hordeum vulgare (gerst), Lactuca sativa (sla), Linum usitatissimum (lijnzaad), Oryza sativa L. (rijst), Panicum miliaceum (pluimgierst). Papaver somniferum (maanzaad), Phalaris canariensis (kanariezaad), Pimpinella anisum L. (anijs), Pisum sativum (erwt), Secale cereale (rogge). Setaria italica (vogelgierst), Sorghum bicolor (kafferkoren). Vicia faba (tuinboon), Vicia sativa (voederwikke). Triticum aestivum (tarwe) en Zea mays (mais). Vondsten van deze soorten behoren volgens onze opvattingen niet als ‘adventief’ te worden betiteld, omdat de soorten als cultuurplanten dienen te worden beschouwd. Dit geldt naar onze mening ook voor de karakteristieke verontreinigingen: zaadjes van andere planten, die dezelfde grootte hebben als de zaden, waar het om begonnen is en die bij het schonen van het zaad niet zijn weggenomen. De meest voorkomende verontreinigingen van vogelzaad zijn: Amaranthus blitoides (nerfamarant), A. hybridus (basterdamarant), A. quitensis Kunth (een amarant), A. retroflexus (papegaaienkruid), Ambrosia artemisiifolia (alsemambrosia), Atriplex hortensis (tuinmelde), Avena fatua (oot), Bifora testiculata (L.) Roth (een holzaad), Brassica napus (koolzaad), B. nigra (zwarte mosterd), Bupleurum subovatum (= B. lancifolium; een goudscherm), Cenchrus incertus M.A. Curtis (een stekelgras), Chenopodium probstii Aellen (een ganzevoet), Datura stramonium (doornappel), Galium tricornutum (driehoornig walstro), Hirschfeldia incana (pluimraket), Ipomoea hederacea Jacq. (een dagbloem), Lepidium sativum (sterkers), Lolium temulentum (dolik), Nicandra physalodes (zegekruid), Panicum capillare (draadgierst), Phaseolus vulgaris (boon), Picris echioides (dubbelkelk), Potentilla norvegica (Noorse ganzerik), Raphanus sativus (radijs), Setaria faberi Herrm. (een naaldaar), S. viridis (groene naaldaar), Sinapis alba (gele mosterd), Sisymbrium altissimum (Hongaarse raket), S. orientale (Oosterse raket) en Vaccaria hispanica (= V. pyramidata; koekruid).