Van begin september 1988 tot eind augustus 1989 werd door mij een fijnsparbos en een aangrenzende kaalslag door middel van bodemvallen bemonsterd. Deze bestonden uit plastic koffiebekers met een diameter van 7 cm. en een diepte van 9 cm. Ze waren tegen inregenen beschermd door plaatjes plexiglas, die d.m.v satéstokjes op een hoogte van 1 cm. waren aangebracht. Als conserveringsvloeistof werd 4% formaline met een paar druppels detergent gebruikt. Het terrein maakt deel uit van het Drenthe-Friese Wold, in het bijzonder van de beheerseenheid Smilde, en is gelegen in kilometerhok 220-546 in de gemeente Diever. In beide terreinen (bos en kaalslag) waren 8 vangbekers geplaatst in een cirkel met een straal van 4 m. Controle vond in de wintermaanden één keer en in de overige maanden twee keer per maand plaats. In het bos was geen ondergroei aanwezig, wel een strooisellaag. In de kaalslag kwam hier en daar rankende helmbloem (Corydalis claviculata) voor.