De resultaten van jarenlange veldwaarnemingen, tellingen en ringgegevens hebben ons langzamerhand een globaal en duidelijker overzicht gegeven van de herfsttrek over West-Europa. Over het verloop van deze bewegingen is al veel gepubliceerd: ieder kent de kaartjes van de trekroutes der verschillende soorten, wij weten de ligging en het verloop van de stuwbanen en ook de overwinteringsgebieden van vele soorten zijn ons bekend. Vele vragen van meer psychische aard — over het „Waarom?” en de oriëntatie gedurende de herfsttrek — bleven nog onbeantwoord, maar ook hieraan wordt gedurende de laatste jaren veel aandacht besteed. Over de voorjaarstrek daarentegen is nog uiterst weinig bekend en daarom is het nuttig om, naar aanleiding van voorlopige resultaten van enig onderzoek, dit probleem eens in de kijker te nemen.