Bij de oprichting van de Vogelbeschermingswacht West Zeeuwsch-Vlaanderen in 1956 werd nagegaan, op welke wijze de jeugd bij het vogelbeschermingswerk kon worden ingeschakeld. Besloten werd o.a. te trachten de jeugd aan te sporen te helpen bij de telling van broedgevallen van zwaluwen, daar deze nesten toch altijd door de jeugd worden ontzien en door het bedrijvige gedoe bij de nesten de liefde voor de vogels misschien kan worden aangewakkerd. Hiertoe werd in 1956 een proef genomen in de gemeenten Cadzand en een gedeelte van Retranchement. Daar deze slaagde, werd de aktie in 1957 voortgezet in negen gemeenten in West Zeeuwsch-Vlaanderen. Hiertoe werd door sommige leden persoonlijk contact gezocht met hoofden van o. l. scholen en leiders van padvindersverenigingen. Wanneer medewerking werd toegezegd, werden twintig formulieren verstrekt, die moesten worden ingevuld. Deze formulieren zijn zo eenvoudig mogelijk gehouden. Via de pers werd een beroep op de bevolking gedaan alle medewerking te verlenen. Om zekerheid te hebben van de juistheid der gegevens, werd aan de bevolking gevraagd de formulieren te tekenen. De telling werd gehouden door leerlingen van de hoogste klasse van de scholen.