Het is reeds verscheidene jaren geleden, dat in één van de voorlopers van dit tijdschrift, nl. in die goede oude Tureluur, een oproep verscheen om zoveel mogelijk inlichtingen te verstrekken over de verspreiding van het visdiefje als broedvogel in ons land. Deze inlichtingen moesten worden toegezonden aan de toenmalige afdeling Natuurbescherming en Landschap van het Staatsbosbeheer, waar men het ideaal koesterde om zo mogelijk nog hetzelfde jaar een overzicht samen te stellen van de verzamelde gegevens. Omdat natuurbescherming nu eenmaal een zeer tijdrovende bezigheid is in deze eeuw van industrialisatie, landbouwrationalisatie, massarecreatie, inventarisatie en weetik-wat-nog-meer-voor-aties, is dit ideaal een ideaal gebleven, tot er dank zij een interne reorganisatie bij het Staatsbosbeheer in 1957 wat meer tijd beschikbaar kwam. Hiervan werd uiteraard een dankbaar gebruik gemaakt en het resultaat is, dat wij eindelijk, met welgemeende excuses aan de trouwe medewerkers aan onze broedvogelinventarisaties, de lezers van Het Vogeljaar een overzicht kunnen aanbieden van alles, wat dezerzijds bekend is over de verspreiding van het visdiefje. Zoals u zult zien, weten wij al heel wat. Wij weten bijv. dat er in ons land de laatste jaren 9 kolonies zijn, waar meer dan 1000 paar visdiefjes plegen te nestelen. Wij weten, dat de totale broedvogelbevolking van deze soort in Nederland de laatste jaren waarschijnlijk schommelt tussen de 35- en 40.000 paren en dat ons land hiermede ongetwijfeld het belangrijkste visdiefland in Europa is. Wij weten verder bijv. nog, dat de bevolkingsdichtheid van de visdiefjes in het binnenland niet kan concurreren tegen die van het IJsselmeergebied, dat het echter op haar beurt weer dik moet afleggen tegen het Waddengebied of het gebied van de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden. Op al deze zaken hoop ik in het samenvattend overzicht van de resultaten nog terug te komen. Wij zouden u echter willen vragen, eens op uw gemak de tabellen te bekijken en u daarbij af te vragen, welke aanvullingen u ons nog zoudt kunnen verstrekken. Wij stellen ons nl. voor om dit overzicht eerstdaags ook aan een aantal hierin geïnteresseerde buitenlandse ornithologen toe te zenden en eerlijk gezegd zijn wij een beetje bang voor onze goede naam, als men daar veel vraagtekens te zien krijgt.