Tijdens een excursie, die leden van de K.N.N.V. in augustus j.l, naar de Neusiedler See in Oostenrijk maakten, hield de heer Stephan Aumüller een lezing over de ooievaars van Rust, waarvan de inhoud mij interessant lijkt voor lezers van „Het Vogeljaar”. Voor de hieronder vermelde gegevens heb ik een dankbaar gebruik gemaakt van aantekeningen, die mevr. Ir. C. v. d. Waals-Koenigs tijdens de lezing maakte. Toen Aumüller in 1948 als hoofd van de school in Rust kwam, broedden daar slechts 7 paren ooievaars. Deze vogels waren er niet populair, omdat zij de daken bevuilden en met hun nestmateriaal de schoorstenen verstopten. Met eenvoudige middelen heeft Aumüller de stand weten op te voeren tot 36 paren. Hij maakte de bewoners van Rust duidelijk, dat hun stadje door veel ooievaarsnesten een apart cachet zou krijgen en vreemdelingen zouden aanlokken. Dit bleek inderdaad te gebeuren. Rust is Oostenrijks belangrijkste wijnstad. Toch staan op het speciale poststempel en op de bierviltjes van het stadsrestaurant de ooievaars het eerst genoemd! „Stadt der Störche und des Köstlichen Weines”.