Het is een feit, dat verenigingsleven veelal het beste tot ontwikkeling komt, als de leden een zekere binding hebben met een bepaald gebied of met een bepaalde lokaliteit. Wat zouden, om een voorbeeld te noemen, de meeste studentenverenigingen zijn zonder soos? Indachtig bovenstaande wijsheid, besloot het bestuur van deVogelwerkgroep Utrecht tijdens een vergadering op 16 september 1957, om de hierin geïnteresseerde leden een binding te verschaffen met een bepaald terrein, door met vereende krachten een vinkenbaan in te richten. De plannen werden tijdens de ledenvergadering op 27 september nader toegelicht. De animo onder de niet-bestuursleden leek aanvankelijk niet erg groot, vooral toen bekend werd gemaakt, dat de op te richten vinkenbaan nogal wat zou kosten. Tenslotte kwam het toch zo ver, dat op 11 oktober in het bijzijn van een klein groepje enthousiastelingen, door de voorzitter de eerste spade in de grond werd gestoken om de nieuwe baan af te plaggen en te egaliseren. Op 16 oktober arriveerden keet en net en kon de laatste hand worden gelegd aan de baan. Een en ander na een bijna eindeloze reeks voorbereidingen; vergunningen aanvragen bij het Ministerie van O. K. en W. om te mogen vinken, vergunning aanvragen bij de Genie om gebruik te mogen maken van het door ons uitgezóchte terrein (het Vaaltterrein te Maartensdijk), inwinnen van adviezen bij terzake kundigen, bestellen van een net, verwerving van lokvogels, toestemming aanvragen om deze lokvogels tijdelijk onder te brengen in de volière van de in de nabijheid wonende jachtopzichter, het reeds genoemde grondwerk, het aanleggen van een houtwal, het bemachtigen van een geschikte keet, aankoop van trektouw, bestelling van ringen, aankoop van zaad, aanschaffen van kooitjes enz. enz.