Terwijl reeds in 1899 de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels — voortgekomen uit de Bond tot Bestrijding van den Vogelmoord — werd opgericht, duurde het tot 1901 eer de Nederlandse Ornithologische Vereniging gesticht werd. Eigenlijk was dit natuurlijk het gevolg van late aaneensluiting van de wetenschappelijk geïnteresseerde ornithologen, maar mijn eerste opwelling is toch ook dit de juiste volgorde te noemen. Wanneer wij de bedreigde vogels niet zouden beschermen, kwam evenzeer de beoefening van de ornithologie in gevaar. Bij nader inzien blijkt echter een doeltreffende bescherming pas mogelijk te zijn wanneer wij de vogels kennen in al hun gewoonten, in de eisen die zij stellen aan broed-, voedsel- en overwinteringsgebied, en ook hun trek begrijpen, waarbij zij aan zovele gevaren bloot staan. De tijd is verre dat de strijd over nut en schade, en het al of niet overdrijven van bescherming, de oorzaak zouden kunnen worden van een splitsing in de ornithologische gelederen, zoals die in 1911 plaats vond. Weer zijn gelukkig in de Nederlandse Ornithologische Unie de vogelminnende en vogelkundige Nederlanders bijeen gekomen, en bescherming van de vogelwereld wordt door allen van het grootste belang geacht. Was aanvankelijk de strijd vrijwel uitsluitend gericht tegen het rechtstreekse doden van vogels uit jachtlust, wegens vermeende schade, om hun verenkleed of uit verzamelzucht, en tegen het wegnemen van hun eieren, thans weten wij hoe veel vogels ongewild het slachtoffer worden van bestrijding van insectenplagen en onkruid, het doodspuiten van aardappelloof en dergelijke moderne methoden. Talloos en groot zijn de gevaren die biotopen en voedselbronnen bedreigen ten gevolge van de steeds groter invloed van de mens op het aanzien van de berooide aarde. Wat mag het baten de vogels niet te doden, wanneer hun geen gelegenheid tot nestelen overblijft, hun voedsel vernietigd wordt of ten goede komt aan soorten die zich beter aan de mens aanpassen, en zij op de trek of in het overwinteringsgebied geen levensruimte meer kunnen vinden? Ondanks grote vooruitgang is het steeds meer noodzakelijk snel een goed inzicht te verkrijgen in de volledige biologie van onze vogels. Het opofferen van kleine aantallen individuen om deze kennis uit te breiden is daarbij niet steeds te vermijden en kan mede van groot belang zijn voor de populaties die bescherming van node hebben. Vaak zijn de gevaren veel minder evident, en liggen bovendien op ander terrein, dan aanvankelijk werd verondersteld.