We zijn er gisteren tijdens een vrije dag weer eens op uitgetrokken. Het was 1 oktober, de eerste dag van de legale jachtrage, dus trokken wij niet naar de bossen, om roekeloos afgevuurde kogels langs onze oren te horen fluiten. Wij gingen liever weer eens naar het schiereiland van Maisonnette, een van de oostelijke uitlopers van wat in New Brunswick de „North Shore” heet. Het zandsteenklif is er vrijwel geheel ondergedoken en het verweringsmateriaal, vaderend van rolstenen tot geelgrijszand bedekt er de platen grijze zandsteen, die hier en daar aan het strand aan de dag treden. Door de werking van branding en wind is een smalle duinregel ontstaan, die met zijn weelderige helmbegroeiing soms sterk aan de zeereep van de Hollandse kust of de eilanden doet denken. De begroeiing van deze duintjes is nogal eenzijdig. Naast helm vonden we duinroosjes met volop bottels en de zaaddozen van de blauwe iris, die hier overal talrijk aan de kust voorkomt. Honderd meter landinwaarts begon de gemengde Canadese „bush”, met aan de kust overwegend white spruce (Picea glauca), in soms danig door noorderstormen toegetakelde dwergvormen als voorhoede.